UMC Utrecht start onderzoek naar cochleaire implantatie bij eenzijdige doofheid

De afdeling KNO van het Universitair Medisch Centrum Utrecht is een onderzoek gestart naar een nieuwe behandeling van eenzijdige doofheid. Het gaat om een behandeling met een cochleair implantaat (CI).

Mensen die doof of ernstig slechthorend zijn aan één oor ondervinden daar dagelijks hinder van: met twee oren kun je immers beter bepalen uit welke richting een bepaald geluid komt en is het makkelijker om in een rumoerige omgeving spraak te verstaan.

Huidige behandelmethoden
De behandeling van patiënten met eenzijdige doofheid, ofwel wel single-sided deafness (SSD), bestaat momenteel uit gehoortoestellen die het geluid van het dove oor via een omweg aan het goede oor aanbieden. Voorbeelden daarvan zijn het Contralateral Routing of Sound System (CROSS) en een botgeleidend hoortoestel – Bone Conduction Device (BCD). Met deze methoden wordt echter het slechte oor niet gestimuleerd, de signalen naar de hersenen komen nog steeds van één oor.

Behandeling met CI
Een cochleair implantaat (CI) wordt operatief ingebracht en neemt de functie van het beschadigde slakkenhuis over. Bij cochleaire implantatie wordt de situatie van horen met twee oren hersteld, omdat er weer een geluidsimpuls gegenereerd wordt aan de dove zijde.

Met het project CINGLE-studie gaan arts-onderzoekers van het UMC Utrecht de huidige behandelingen bij eenzijdige doofheid vergelijken met cochleaire implantatie. Ze willen onderzoeken of patiënten met eenzijdige doofheid die met een CI behandeld zijn beter kunnen spraakverstaan en lokaliseren dan mensen op reguliere wijze zijn behandeld. Ook wordt gekeken naar het effect van de verschillende behandelingen op de kwaliteit van leven.

Deelname aan CINGLE-onderzoek
Lijdt u aan eenzijdige doofheid en bent u geïnteresseerd in deelname, hebt u aanvullende vragen of wilt u extra informatie? Neem dan contact op met de arts-onderzoekers die verbonden zijn aan dit project via CINGLE@umcutrecht.nl.