
Schrijfster Annemarie Spoor-van der Eerden: ‘Door mijn boeken leer ik mensen wat doof zijn betekent’
Annemarie Spoor-van der Eerden schoof aan de digitale koffietafel met Doof.nl. Haar boek Hilletje en haar nieuwste boek Neeltje & Frederik gaan over haar dove familieleden. Hilletje was namelijk het zusje van haar overgrootvader en Neeltje haar lieve oma. De boeken laten zien hoe mensen vroeger over doofheid dachten, en wat wij nu beter kunnen doen.
Waarom heb je deze boeken geschreven?
‘In de eerste plaats omdat de meeste mensen weinig weten van doven en hun geschiedenis. Er is al veel verbeterd, maar er moet nog meer acceptatie komen. Ik ben doof en mijn zoons zijn slechthorend. Het is voor hen bijvoorbeeld lastig om een baan te vinden. Ik vind dat er nog meer begrip voor ons moet komen. De boeken zijn romans, maar ze informeren ook.’
‘Daarnaast hou ik van schrijven. Mijn man vroeg: waarom schrijf je niet over je familie? Ik ben toen eerst onderzoek gaan doen. Voor Hilletje ben ik naar het Witte Huis in Haren gegaan. Daar vond ik enorme mappen met informatie over het Instituut voor Doofstommen. Hilletje werd daar eind 19e eeuw heen gestuurd. Hoe het met haar ging en wat er daar precies met haar gebeurd is, is niet bekend. Dus dat deel van het verhaal heb ik zelf bedacht. Wat we wel weten, is dat Hilletje opgehaald is door haar ouders. Later is ze van eenzaamheid gestorven.’
Wat heftig!
‘Ja, het is heel pijnlijk dat dove mensen in die tijd soms slecht werden behandeld. De positie van dove mensen was rond 1884 heel anders dan nu. Ik gebruik in de boeken expres het woord doofstommen. Toen was dat een heel normaal woord. Nu kan het gelukkig niet meer. Er is veel veranderd sinds de tijd van Hilletje.’Je tweede boek heet Neeltje & Frederik, vernoemd naar je oma en haar broer. Hoe waren hun levens?
‘Aan Frederik heb ik helaas geen herinneringen, maar met mijn oma had ik een heel goede band. Thuis praatten we Nederlands, maar met oma communiceerde ik in gebarentaal. Voor dit boek heb ik veel onderzoek gedaan naar hoe het destijds op de Vereniging voor Doofstommenonderwijs ging. Bij de ADH (werkgroep Amsterdamse Doven Historie) hebben ze me ook geholpen. Dat geldt ook voor het onderzoek op het Witte Huis. Mijn oma en oom mochten geen gebarentaal gebruiken op school, maar thuis werd er door broer en zus volop gefluisterd en gegiecheld in gebarentaal. Hilletje was alleen in haar doofheid, maar Neeltje en Frederik hadden elkaar.’
Wat vindt je familie ervan dat je deze boeken hebt geschreven?
‘De meesten vinden het bijzonder! We hebben ook nieuwe dingen ontdekt. Zo bleek Hilletje twee ooms te hebben, die ook doof waren. Beiden zijn jong overleden, eentje voordat Hilletje was geboren en de andere vlak daarna. Sommige mensen vonden het spannend om genoemd te worden in het boek. Maar ik heb over niemand iets onaardigs gezegd. Ik vond het zelf ook wel spannend om mijn familiegeschiedenis zo openbaar te maken. Maar het is mooi om op deze manier meer kennis over dove mensen te verspreiden.’
Er komt ook nog een derde deel aan! Waar gaat dat over?
‘Het derde deel gaat over mijzelf. Ik ben zwaar slechthorend geboren. Ik ben dankbaar dat mijn ouders mij Nederlands hebben geleerd. Ik ging al jong naar school en zat elke avond bij mijn vader op schoot woordjes te leren. Hij las voor, en ik herhaalde het. Ik ben naar een school voor slechthorenden gegaan. Toen lag de nadruk nog op het leren van Nederlands, niet op gebarentaal. Ik vond een opstel schrijven en dictee toen al leuk. Ik denk dat ik het enige kind was.’
De winactie is helaas gesloten.
Reacties