Edward S. Klima, gebarentaaldeskundige, overleden op 77-jarige leeftijd

07-10-2008 algemeen

Edward S. Klima, een eminent linguïst, was één van de eerste wetenschappers die gebarentalen onderzocht en er aan bijdroeg dat deze talen als werkelijke talen erkend werden. Hij overleed op 25 september, volgens de familie aan complicaties na een hersenoperatie.

Op het moment van zijn overlijden was dr. Klima emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Californïe, in San Diego. Hij was tevens adjunct hoogleraar aan het Salk Instituut voor Biologisch Onderzoek in San Diego en mededirecteur van het laboratorium voor cognitief neurowetenschappelijk onderzoek van hetzelfde instituut.

Dr. Klima voerde het merendeel van zijn werk samen met zijn vrouw dr. Ursula Bellugi uit, hoogleraar bij het Salk instituut en sinds geruime tijd directeur bij het laboratorium voor cognitief neurowetenschappelijk onderzoek. Beiden staan bekend om hun langdurige, tijdrovende ontrafeling van de grammaticale structuur van de Amerikaanse gebarentaal en om de toepassing van hun vondsten bij het begrijpen van de verwerking van taal, zowel gesproken taal als gebarentaal, in het brein. Zij ontvingen in 1992 de American Psychological Association’s Award voor uitzonderlijke bijdragen aan de wetenschap.

Voordat het echtpaar in 1970 met hun onderzoek begon was alle kennis over het menselijke taalinstinct gebaseerd op onderzoek naar gesproken talen. Hun boek  “The Signs of Language” (Harvard University, 1979) was een mijlpaal. Geschreven met tien co-auteurs vormt dit boek de eerste uitgebreide studie van de grammatica en psychologie van gebarentalen.

In de laatste jaren werkte dr. Klima samen met zijn vrouw aan een uitgebreid onderzoek naar het Williams Syndroom, een zeldzame genetische afwijking waarbij een verstandelijke beperking samengaat met een verhoogde taalvaardigheid.

Toen dr. Klima en dr. Bellugi een begin maakten met het onderzoeken van de Amerikaanse gebarentaal (ASL) werden gebarentalen nog door heel weinig  mensen als echte talen beschouwd. ASL, dat gebruikt wordt door een kwart tot een half miljoen dove mensen in Amerika en Canada, werd over het algemeen beschouwd als een vorm van pantomime, zonder grammatica, of als een gemankeerde versie van het gesproken Engels, weergegeven door de handen. Dove mensen dienden zich te schamen voor gebarentaal. Onderwijzers van doven probeerden de taal te onderdrukken door leerlingen te forceren in het leren spreken en spraakafzien, geen eenvoudige taak als men niet kan horen.

Door de samenwerking met dove informanten stelden dr. Klima en dr. Bellugi onomstotelijk vast dat de gebarentalen in de wereld – en er zijn er meer dan honderd – duidelijk echte talen zijn, net zo complex, abstract en systematisch als gesproken talen. In het ASL vonden zij een lexicon vol met zelfstandig naamwoorden, werkwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, bijwoorden en aanwijzend voornaamwoorden, een geordende grammatica en syntaxis die duidelijk afweek van het gesproken Engels, een inheemse poëzie en zelfs regionale en etnische dialecten.

Edward Stephan Klima werd geboren in Cleveland op 21 juni, 1931. Hij verkreeg in 1953 een bachelorgraad in linguïstiek bij de universiteit van Dartmouth, gevolgd door een mastergraad en een doctorsgraad in 1955 en 1965 bij de Harvard Universiteit.

Tegen de tijd dat dr. Klima zijn doctorsgraad verkreeg, onderging de linguïstiek een verandering die het op zijn grondvesten deed schudden. Deze revolutie werd in 1957 in gang gezet door een jonge onderzoeker, Noam Chomsky. Chomsky beweerde dat taal niet eenvoudigweg aangeleerd sociaal gedrag is, zoals men dan toe geloofde. In plaats daarvan is het een product van een aangeboren vermogen – een instinct – dat uniek is voor onze soort. In korte tijd hadden linguïsten een nieuwe taak: het beschrijven van deze aangeboren linguïstische blauwdruk.

Dr. Klima werd in 1957 ingehuurd door dr. Chomsky en gaf les aan het Massachusetts Institute of Technology. In 1967 stapte hij over naar de Universiteit van Californie. Daar begon hij met zijn vrouw aan het onderzoeken van de biologische grondslagen van een taal zonder geluid.

De Amerikaanse gebarentaal werd in 1960 voor het eerst omschreven als een echte taal, door William C. Stokoe Jr., een professor Engels aan het Gallaudet College. Stokoe werd ronduit belachelijk gemaakt voor het zelfs maar suggereren van dit feit. Maar als dr. Stokoe gelijk had, dan zou zijn idee prikkelende vragen opleveren: hoe wordt gebarentaal verworven door dove kinderen? Hoe wordt het in het geheugen opgeslagen? Welke hersenhelft verwerkt gebarentaal – de linkerhelft, waar de gesproken talen verwerkt worden, of de rechterhelft, waar visuele en ruimtelijke taken verwerkt worden?

Om deze vragen te kunnen beantwoorden, ontdeden dr. Klima en dr. Bellugi zich van de akoestische verschijningsvorm van gesproken taal – de klinkers en medeklinkers waar het van afhankelijk lijkt – en brachten de mentale mechanismen aan de oppervlakte waarop alle menselijke talen draaien. Zij vonden onder andere het volgende.

Net zoals gesproken taal, wordt gebarentaal in verschillende ontwikkelingsfasen verworven door jonge kinderen. Net zoals gesproken taal kan gebarentaal afgebroken worden door beroertes of andere hersenbeschadigingen. En, opvallend genoeg, ondanks zijn sterke visuele natuur wordt gebarentaal vooral verwerkt in de linkerhelft van het brein. Gebarentaal is taal, toonden dr. Klima en dr. Bellugi aan en op een basaal neurologisch niveau weet het brein dat. Alom wordt erkend dat hun werk bijgedragen heeft aan de wijdverbreide acceptatie van ASL als instructietaal in het onderwijs aan doven en aan de Deaf Pride beweging die in de latere helft van 1980 begon.

Naast zijn vrouw laat dr. Klima twee zoons en vier kleinkinderen achter.

Ander werk van dr. Klima is ondermeer “What the Hands Reveal About the Brain” (M.I.T. Press, 1987), geschreven met dr. Bellugi en Howard Poizner, een werk waarin de neurologische structuur van gebarentaal onderzocht wordt.

De erfenis van Dr. Klima bestrijkt het gehele gebied van gebarentaal-linguïstiek, een actieve tak van cognitieve wetenschap met enkele honderden voltijds onderzoekers over de gehele wereld. Deze onderzoekers zetten zich niet alleen in voor de analyse van ASL maar ook voor de analyse van Britse gebarentaal, Tsjechische gebarentaal, de gebarentaal in Hongkong, de Indo-Pakistaanse gebarentaal, Japanse gebarentaal de gebarentaal van Quebec en menig andere gebarentaal. Een tak van wetenschappelijk onderzoek die dertig jaar geleden nog onvoorstelbaar was.

Bron: NewYorkTimes.com
Vertaald door: Corrie Tijsseling


Reacties

Er zijn nog geen reacties Reageer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Doof.nl maakt gebruik van cookies.

Doof.nl gebruikt vier soorten cookies.

Lees meer

Deze cookies zorgen ervoor dat de website goed werkt.

Lees meer

Op onze website staan YouTube-filmpjes. Wanneer je deze wilt afspelen, dan moet je de cookies accepteren. YouTube slaat dan cookies op op jouw computer.