
Nieuwe gebaren, wie bedenkt ze eigenlijk?
Vooral in de wetenschap zijn veel woorden nog niet vertaald naar gebarentaal. Fluorescentie, gravitopisme, hydrofiel. Moeilijke woorden die je niet vaak hoort, maar wel gebruikt worden in bepaalde beroepen. De kans is groot dat er nog geen gebaar voor bestaat.
Niet handig voor een dove of slechthorende student chemie of een laborant in een ziekenhuis. Het maakt de communicatie, ook met behulp van een tolk, lastig en ingewikkeld. Daarom worden dit soort en andere gebaren verzonnen, besproken en vastgelegd in een gebarenwoordenboek.
Verbod op gebarentaal
Door een verbod op gebarentaal in 1880 in Europa en de Verenigde Staten mochten veel dove en slechthorende mensen gedurende 100 jaar niet in hun eigen taal communiceren. Ze moesten maar liplezen en leren praten. Dit had niet alleen gevolgen voor de emotionele, sociale en educatieve ontwikkeling van dove en slechthorende mensen, maar ook voor de ontwikkeling van het lexicon van de gebarentaal. Dit stond door de invoering van die wet nagenoeg stil.
Nieuwe gebaren bedenken
Gebarentaalwetenschapper Richard Cokart zegt hierover in een interview met Sciencelink.net: ‘Doven eindigden daarom meestal in praktische beroepen als schoen- of kleermaker. Ze hadden geen mogelijkheid tot studeren of werken op wetenschappelijk niveau. Tegenwoordig zijn er veel meer voorzieningen, waaronder gebarentaaltolken. Daarom ben ik nu bijvoorbeeld linguïst geworden en anderen advocaten, tandartsen enzovoort.’
Gebaren in de wetenschap
Toch is het nog niet zo vanzelfsprekend dat een tolk alles kan vertalen in het onderwijs. Simpelweg omdat veel woorden nog geen gebaar hebben. Denk maar eens aan vakken als scheikunde, wiskunde of techniek. Dit zijn vakken die in zogenaamde STEM-beroepen nodig zijn. STEM staat voor de Engelse woorden science, technology, engineering en mathematics. Vaak verzinnen leerling en tolk tijdelijk een gebaar. Dit gebaar is dan niet gestandaardiseerd, dus het is nergens op te zoeken. Een nieuwe leerling bedenkt opnieuw een gebaar voor hetzelfde woord. Zonde van het werk en niet goed voor de standaardisatie.
Gebarenateliers
In 2020 is de Nederlandse Gebarentaal een officiële taal geworden. Dit helpt in het proces om gebaren te standaardiseren. Maar door het verbod op gebarentaal is een groot gat in het gebarenlexicon ontstaan, waardoor er nog veel werk verricht moet worden.
Tussen 1998 en 2002 heeft het Nederlands Gebarencentrum in het project Standaardisatie van Basis- en Onderwijs Lexicon (STABOL) ruim 5000 gebaren gestandaardiseerd en vastgelegd in het online gebarenwoordenboek. In 2024 waren dit er al 17.000. Ook voor bijzondere beroepen. Om de gebarenschat uit te breiden, kent het Gebarencentrum zogenaamde gebarenateliers. Dove gebarentaalgebruikers uit verschillende regio’s, beroepsgroepen en leeftijdscategorieën komen hier regelmatig bijeen en bespreken nieuwe gebaren. Zo leverden een dove student moleculaire biologie en een tolk gebarentaal een lijst met zelfverzonnen gebaren met een filmpje aan. Het Gebarencentrum beoordeelt de bedachte gebaren, kijkt naar de linguïstiek en legt de gebaren officieel vast in een online gebarenwoordenboek.
Online gebarenwoordenboek
Zoek je zelf een vertaling van een woord? Of heb je een suggestie voor een nieuw gebaar? Op de website van het Gebarencentrum vind je duizenden officiële gebaren en meer uitleg over het ontstaan van een nieuw gebaar. Je kunt er ook een vertaling aanvragen voor een woord. Zo wordt het gebarenlexicon uitgebreid en kunnen dove en slechthorende mensen volwaardig meedoen aan de maatschappij.
Lees meer bij Sciencelink: