Dove en slechthorende tolkgebruikers van 30 jaar en ouder hebben geen recht op een tolk in het onderwijs. Daarover stelden Kamerleden vragen aan de verantwoordelijke ministers.

Kamerleden Van Weyenberg en Van Meenen hebben de Tweede Kamer naar de reden gevraagd waarom dove 30-plussers geen recht hebben op een vergoeding door UWV voor het inzetten van een tolk gebarentaal. In een brief aan de Kamer luidde het antwoord van minister Jetta Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid): ‘Deze 30-jarengrens markeert de grens waarbij de verantwoordelijkheid van de overheid voor het kunnen volgen van onderwijs afneemt en de verantwoordelijkheid daarvoor meer bij de burger komt te liggen.’

Loopbaanontwikkeling
Er kan wel een tolkvoorziening aangevraagd worden bij UWV indien er een opleiding nodig is ter bevordering van de loopbaanontwikkeling. Dit kan dan op grond van de Wet WIA of Wet Wajong. Volgens de minister gaat het dan in dit geval niet om onderwijs, maar om bevordering van het arbeidsproces.

Onderzoek tolkvoorziening
Eerder deze maand schreef Staatssecretaris Van Rijn een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer over een overleg met vertegenwoordigers van de ministeries van VWS, SZW en OCW en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) over de doventolkvoorziening. Tijdens het overleg is een voorstel gedaan voor een onderzoek om de voorziening eens goed te bekijken en te beoordelen. Belangenbehartiger Dovenschap hoopt dat met dit onderzoek ook goed gekeken wordt naar bij-, na-, en omscholing van dove tolkgebruikers ouder dan 30 jaar. Staatssecretaris Van Rijn hoopt de resultaten van het onderzoek te ontvangen in het voorjaar van 2016.