Gesproken taalontwikkeling bij kinderen met CI

21-11-2013 algemeen

Op donderdag 19 december 2013 zal Tinne Boons, verbonden aan KU Leuven, haar doctoraat in het openbaar verdedigen. De titel van haar doctoraat luidt: 'The variability in spoken language development in children with cochlear implants'. 

Een korte samenvatting van haar doctoraatsthesis:

Cochleair implantaat
Ernstig gehoorverlies ondermijnt de mogelijkheid van kinderen om te communiceren door middel van gesproken taal. Dit kan een negatief effect hebben op de schoolse en psychosociale ontwikkeling. De meerderheid van de kinderen met een ernstig sensorineuraal gehoorverlies kunnen geholpen worden met een cochleair implantaat. Sinds de toepassing van cochleaire implantatie bij kinderen, is de gesproken taalontwikkeling van ernstig slechthorende en dove kinderen positief geëvolueerd als gevolg van de verbeterde toegang tot geluid en spraak. Ondanks deze goede resultaten, blijft de grote variatie in taalontwikkelingsniveaus een ernstige bekommernis.

Preoperatieve prognose
De gesproken taalontwikkeling van kinderen met een cochleair implantaat (CI) varieert van sterk geretardeerd tot leeftijdsadequaat. Door deze grote variabiliteit is het moeilijk om resultaten te voorspellen. Een correcte preoperatieve prognose is nochtans essentieel voor een goed revalidatieproces waarin de ontwikkeling van het kind gedetailleerd opgevolgd wordt. Omwille van de grote spreiding in resultaten is het noodzakelijk dat studies over voorspellende factoren gebaseerd worden op uitgebreide datasets. Dit is enkel mogelijk door de samenwerking van meerdere CI centra. Bovendien is er niet alleen sprake van een grote spreiding in de resultaten tussen de kinderen, maar ook tussen de taalaspecten. In onderzoek bij kinderen met een CI wordt zelden gefocust op andere dan woordenschatvaardigheden (bv. morfologie, syntaxis of narratieve vaardigheden). Een beter inzicht in de ontwikkeling van de verschillende taalaspecten zou de efficiëntie van het revalidatieproces verhogen. Om de variabiliteit in gesproken taalontwikkeling tussen de kinderen met een CI en tussen de taalaspecten beter te begrijpen, is het noodzakelijk om een duidelijk beeld te krijgen van de factoren die de taalontwikkelingsniveaus beïnvloeden.

Doel onderzoek
Het eerste doel van dit doctoraatsonderzoek bestond uit het begrijpen van de oorzaken van de variabiliteit in gesproken taalontwikkeling na cochleaire implantatie bij jonge kinderen. Daarom werd getracht een uitgebreide retrospectieve dataset samen te stellen bestaande uit kinderen met een grote variatie aan kenmerken en taalontwikkelingsniveaus. Deze dataset bevatte klinische gegevens van vijf CI teams (twee uit Vlaanderen en drie uit Nederland). Voorspellende factoren en taalresultaten werden geanalyseerd door middel van meervoudige lineaire regressiemodellen. Betere taalbegrips- en taalproductievaardigheden werden geassocieerd met cochleaire implantatie voor het 2de levensjaar en met contralaterale auditieve stimulatie door middel van een tweede CI of een hoortoestel. De aanwezigheid van bijkomende stoornissen, meertaligheid binnen het gezin of een lage betrokkenheid van de ouders voorspelden zwakkere taalvaardigheden. Kinderen van ouders die gesproken taal gebruikten haalden hogere taalontwikkelingsniveaus dan kinderen van ouders die totale communicatie of gebarentaal gebruikten.

Neonatale hoorscreening
Vervolgens werd in dit doctoraatonderzoek ingezoomd op het effect van neonatale gehoorscreening en bilaterale cochleaire implantatie door het selecteren van gematchte subgroepen. De resultaten toonden aan dat neonatale gehoorscreening leidt tot een vroegere diagnose en cochleaire implantatie. Deze vroege interventie had vervolgens een positief effect op de gesproken taalontwikkeling. Bilaterale cochleair implantatie bij kinderen was gelinkt aan hogere taalbegrips- en taalproductiescores. Simultane bilaterale implantatie resulteerde na 3 jaar in een voordeel in woordenschatproductievaardigheden in vergelijking met sequentiële bilaterale implantatie.

Naverteltaak
De tweede doelstelling van dit doctoraatsonderzoek was het kwantitatief en kwalitatief rapporteren van de gesproken taalproductievaardigheden van een hedendaagse groep kinderen met een CI. Daarom werden expressieve (sub)vaardigheden van 70 schoolgaande kinderen met een CI vergeleken met de vaardigheden van 70 normaal ontwikkelende leeftijdsgenootjes. De resultaten toonden aan dat kinderen met een CI significant lagere expressieve woordenschat-, morfologie-, syntaxis- en navertelniveaus behaalden dan de normaal horende controlegroep. Nochtans bereikte ongeveer de helft van de groep leeftijdsadequate resultaten. Een uitgebreide foutenanalyse toonde een algemeen gebrek aan kennis van morfologische en syntactische regels en richtlijnen. Tijdens de naverteltaak demonstreerden kinderen met een CI goede resultaten wat betreft de kwantiteit en de samenhang van de uitingen, maar zwakke resultaten wat betreft de kwaliteit, de inhoud en de efficiëntie van de navertelde verhalen. De gesproken taal van een subgroep van kinderen met een CI zonder bijkomende stoornissen, die hun eerste CI gekregen hadden voor de leeftijd van 2 jaar, die bilaterale CI’s gebruikten én opgevoed werden met één gesproken taal, verschilde niet van gematchte normaal horende leeftijdsgenootjes.

Resultaat
Algemeen onthulde dit doctoraatsonderzoek verschillende belangrijke voorspellende factoren die bijdragen tot een beter begrip van de variatie in gesproken taalontwikkeling van kinderen met een CI. Bovendien toonden de resultaten dat leeftijdsadequate gesproken taalvaardigheden haalbaar maar niet evident zijn in deze doelgroep.

 

Openbare verdediging doctoraat door Tinne Boons
Locatie: Auditorium BMW2, Campus Gasthuisberg, O&N II, Herestraat 49, 3000 Leuven.

Wilt u aanwezig zijn op deze dag? Dat kan. Meld u voor 12 december 2013 aan via tinne.boons@med.kuleuven.be.


Reacties

Er zijn nog geen reacties Reageer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Doof.nl maakt gebruik van cookies.

Doof.nl gebruikt vier soorten cookies.

Lees meer

Deze cookies zorgen ervoor dat de website goed werkt.

Lees meer

Op onze website staan YouTube-filmpjes. Wanneer je deze wilt afspelen, dan moet je de cookies accepteren. YouTube slaat dan cookies op op jouw computer.