De hardhorende generatie?

07-12-2009 algemeen

Mp3-spelers moeten standaard worden begrensd op 80 decibel, en het volume mag hoogstens 5 uur per week omhoog naar 89 decibel, vindt de Europese Commissie. Anders worden miljoenen jongeren stokdoof van hun eigen koptelefoon. Volgens audioloog Ad Snik is daarvan geen sprake, en is een norm van 80 decibel onzinnig.

Het klinkt zo plausibel: als u zich al stoort aan de muziek uit de mp3-speler van dat meisje tegenover u in de trein, dan moet het op haar trommelvliezen wel een slagveld zijn. Feit is, dat het gebruik van geluidsapparatuur ‘in het oor’ de laatste jaren explosief is toegenomen, juist onder jongeren. Tussen 2004 en 2007 zijn in de Europese Unie alleen al 180 miljoen mp3-spelers en walkmans verkocht, en tegenwoordig kan ook menig mobiele telefoon muziek afspelen. Zware gebruikers lopen vijftien uur of meer per week met een koptelefoon op. Sommige modellen kunnen 120 decibel produceren, alsof je op de startbaan staat bij een opstijgend straalvliegtuig.

Het idee dat het moderne mp3-gebruik niet goed kan zijn voor een mens, werd dit jaar ondersteund door een proefschrift van Ineke Vogel, onderzoekster aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij onderzocht bij 1500 scholieren in de leeftijd van 12 tot 19 jaar hun ‘consumptie’ van harde muziek. De koptelefoon bleek een belangrijker bron van lawaai dan de disco of popconcerten. Alle geluidsbronnen samen zorgden ervoor dat bij 40 procent van de scholieren de geluidsnorm voor werknemers werd overschreden – die norm ligt op een blootstelling van 80 decibel gedurende 40 uur per week. Bij bijna 10 procent lag het geluidsniveau zelfs boven de 100 decibel. Scholieren die vaak naar harde muziek luisterden, rapporteerden bovendien vaker dan hun gemiddelde leeftijdsgenoten last te hebben van oorsuizen (tinnitus). Vogels conclusies waren dan ook niet mals: bovengenoemde groep van 40 procent ‘dreigt problemen te krijgen met het gehoor’ en de groep van 10 procent riskeert ‘zeer ernstige schade’. De gratis dagbladen en nieuwswebsites schreven al over een epidemie van doofheid onder de jeugd.

Instemming
Deze ophef staat niet op zichzelf. Vorig jaar september bracht de EU-commissie Scenhir (Scientific Comittee on Emerging and Newly Identified Health Risks) een opinion uit, een officieel standpunt, waarin ook al stond dat tussen de 5 en 10 procent van de mp3-gebruikers – miljoenen jongeren in Europa – onherstelbare gehoorschade riskeert. Een conclusie die Vogel in haar proefschrift met instemming citeert.

Volgens eurocommissaris Meglena Kuneva van consumentenzaken moet er nu worden ingegrepen. Zij stelt dat nieuwe mp3-spelers en andere draagbare geluidsapparatuur standaard begrensd moeten staan op 80 decibel. Wie meer geluid in zijn oor wil, moet handmatig de begrenzing uitschakelen en krijgt daarbij wellicht ook een waarschuwingsboodschap te horen. De Europese Commissie voor elektrotechnische standaardisatie (Cenelec) moet hiervoor nu technische richtlijnen voor de industrie gaan opstellen.

Zwelt onder de jeugd van tegenwoordig inderdaad een epidemie van doofheid aan? Ad Snik, audioloog aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, heeft op dit punt geen behoefte aan nuance: “Daarvan is absoluut geen sprake.” Hij ziet in zijn praktijk geen jongeren met ernstige gehoorschade door koptelefoons, en ook een recent onderzoek onder 350 jongeren in Nijmegen heeft ‘geen decibel aan gehoorverlies’ kunnen aantonen.

Uiteraard heeft Snik de Scenhir-opinion gelezen: “Die is heel vreemd. Het comité verwijst naar onderzoek bij diverse groepen proefpersonen, maar de uitkomsten daarvan zijn onduidelijk. Soms vinden ze lichte gehoorschade, soms helemaal niets.”

Maar het proefschrift van Vogel dan? Dat komt toch met harde resultaten over de gevaren van mp3-gebruik en discotheekbezoek? Wat blijkt echter: Vogel heeft niets gemeten bij haar proefpersonen. Geen decibellen blootstelling, en geen gehoorschade. Haar gegevens zijn gebaseerd op zelfrapportage van 1500 scholieren. Die mochten op een formulier invullen hoe vaak ze naar de discotheek of naar popconcerten gingen en inschatten hoe lang ze dachten dat ze per dag een koptelefoon op hadden. Ook mochten ze invullen of ze de volumeknop van hun mp3-speler een kwart, een half, driekwart of helemaal open draaiden. Vogel nam vervolgens een vast aantal decibellen aan voor elk volume in alle mp3-spelers, voor alle disco’s en voor alle popconcerten. Deze fictieve totale geluidsbelasting rekende ze tenslotte terug naar het equivalent voor de wettelijke 40 uur blootstelling per week.

Is zo’n berekening op basis van zelfrapportage betrouwbaar? Niemand die het weet en in het proefschrift wordt aan de evidente zwakheden van de methode nauwelijks een woord vuil gemaakt. Zo kwam 40 procent van de Nederlandse jeugd in de gevarenzone terecht en zou 10 procent ernstig worden bedreigd door koptelefoondoofheid.

Fabriek
Zelfs áls het waar zou zijn dat 40 procent van de jeugd iets boven de wettelijke 80-decibelnorm uit komt, dan nog zou Snik niet onder de indruk zijn: “Die norm geldt voor werknemers die 40 uur per week, 45 jaar lang aan een bepaald geluidsniveau zijn blootgesteld. En die norm bevat natuurlijk nog een flinke veiligheidsmarge.” Overigens begint bij vrijwel iedereen het gehoor na het veertigste jaar af te nemen, en een verlies van 35 decibel is boven het zeventigste levensjaar vrij normaal, ook als je niet je hele werkende leven in een lawaaiïge fabriek gestaan hebt.

Snik ontkent uiteraard niet dat langdurig lawaai het gehoor kan beschadigen: “Dat is goed bekend van popmuzikanten en musici in klassieke orkesten. Vooral violisten, die vlak voor de blazers zitten, hebben er last van. Maar dan gaat het vooral om geluidspieken van boven de 100 decibel. Dat is een geluidsniveau waarbij conversatie niet meer mogelijk is. Je hoort de muziek dan juist beter als je je vingers in je oren stopt, omdat je dan nog wél de instrumenten kunt onderscheiden.”

In een enkel opzicht is de situatie zelfs beter dan tien jaar geleden, vindt Snik: “Vroeger gingen de geluidsniveaus bij grote popconcerten vlak voor het podium wel tot 120 decibel, dat was pas echt slecht. Tegenwoordig zetten ze meer boxen neer, waardoor je een gelijkmatiger geluidsniveau in de hele zaal krijgt. Dan hoef je de decibellen er voorin niet meer zo snoeihard in te pompen.”

Snik vindt een volumebegrenzing voor mp3-spelers wel nuttig, maar wil de grens veel hoger leggen dan 80 decibel, namelijk bij 100 decibel. “Zaken als vetzucht, overmatig zonnen en drankmisbruik lijken een veel ernstiger probleem voor de volksgezondheid dan mp3-spelers die te hard staan. Je kunt mensen wel willen beschermen tegen alles dat er op ze afkomt, maar er moet toch ook ruimte overblijven voor plezier?”

Bron: Natuurwetenschap & Techniek, nummer 12 (jaargang 2009)


Reacties

Er zijn nog geen reacties Reageer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Doof.nl maakt gebruik van cookies.

Doof.nl gebruikt vier soorten cookies.

Lees meer

Deze cookies zorgen ervoor dat de website goed werkt.

Lees meer

Op onze website staan YouTube-filmpjes. Wanneer je deze wilt afspelen, dan moet je de cookies accepteren. YouTube slaat dan cookies op op jouw computer.