Een val van grote hoogte, zoals een steiger, is één van de meest voorkomende ongevallen in de bouw. Om ervoor te zorgen dat bouwvakkers elkaar sneller kunnen waarschuwen, moeten ze binnenkort een nieuwe taal leren: gebarentaal.

De bouw is in Nederland de dodelijkste sector om in te werken. In 2018 en 2017 vielen er elk jaar twintig doden in de bouw. Al jaren worden pogingen ondernomen om dit hoge aantal doden naar beneden brengen. Brancheorganisatie Bouwend Nederland en vakbond FNV komen nu met een nieuw plan om de veiligheid op bouwplaatsen te vergroten: gebarentaal.

Bouwspraak

Bouwspraak, zo heet de speciale gebarentaal voor de bouw. Deze gebarentaal bestaat uit 25 gebaren waarmee werknemers elkaar kunnen waarschuwen, bijvoorbeeld voor struikelgevaar. Ook zijn er gebaren waarmee je aan collega’s kunt doorgeven dat ze een ambulance moeten bellen.

Het idee is dat werknemers met de gebarentaal effectiever kunnen communiceren in omgevingen met veel lawaai, of met collega’s die de Nederlandse taal niet voldoende beheersen.

Verplicht

Naast gebrekkige communicatie zijn ook tijdsdruk en nonchalante omgang met veiligheid belangrijke oorzaken van bouwongevallen. Dit bleek recent tijdens een inspectieronde langs bouwplaatsen in Amsterdam. In de helft van de gevallen waren er veiligheidsovertredingen, bij elf van de 29 bouwplaatsen moest het werk zelfs worden stilgelegd.

Hoewel ongelukken niet voorkomen kunnen worden met de nieuwe maatregelen, ziet FNV het als haar plicht om te werken aan een oplossing. Het leren van de gebarentaal wordt daarom verplicht voor ruim 400.000 bouwvakkers. Daarnaast moeten buitenlandse werknemers een vast aantal Nederlandse woorden en zinnen leren, zoals ‘kijk uit’ en ‘stap opzij’. FNV hoopt hiermee het aantal bedrijfsongevallen enigszins terug te dringen.

Op de website van NOS/Nieuwsuur kun je het volledige artikel lezen.