Driekwart klassieke musici heeft gehoorproblemen

27-08-2009 algemeen

Bruckner en Mahler behoren tot de ‘kwaaie pieren’. Het spelen van hun symfonieën veroorzaakt een enorme herrie in de concertzaal. Met als gevolg dat de uitvoerende musici in de loop der jaren gehoorproblemen krijgen.

De voormalige cellist van Het Gelders Orkest die tijdens zijn werk gehoorschade opliep, en daarvoor met succes via de rechter zijn werkgever aansprakelijk stelde, staat niet alleen. Volgens audioloog Jan de Laat van het Leids Universitair Medisch Centrum kampt driekwart van de klassieke musici met gehoorklachten.

De Laat: „Mensen die kiezen voor dit beroep, weten dat ze aan lawaai bloot staan en dus kans lopen op gehoorbeschadiging. De vraag is of hun werkgever voldoende maatregelen treft om dat tegen te gaan.”

Het Gelders Orkest zit in zijn maag met de uitspraak van de rechter. „Die kan heel vervelende gevolgen voor de orkestwereld hebben”, reageert directeur George Wiegel. Hij stelt dat zijn orkest er alles aan doet om gehoorproblemen bij musici te voorkomen.

Zeven jaar geleden tekenden alle grote orkesten een convenant waarin ze afspraken de geluidsoverlast aan te pakken. Recent onderzoek toont aan dat er nog veel te verbeteren valt. Dat wordt wel steeds lastiger. De Laat: „De zalen worden groter. Er zitten meer musici op het podium. En moderne componisten hebben vaak de neiging om flink uit te halen. Het wordt steeds harder.” Dirigenten grijpen niet altijd in. „Valery Gergjev heeft bij het Rotterdams Philharmonisch het probleem jarenlang omzeild. Iedereen moest zo hard mogelijk spelen. Wie protesteerde, was een mietje. Helaas kampt ook Gergjev inmiddels met gehoorproblemen.”

De Arbo hanteert een norm van 80 decibel als toelaatbaar. Blaasinstrumenten en slagwerk gaan daar regelmatig fors overheen. Musici die op een ‘foute’ plek in het orkest zitten, krijgen de volle laag (tot 95 decibel). Onnodig, zegt De Laat. „Keihard is niet altijd mooi. Je hoort de nuances in de muziek dan ook niet meer.”

Bron: Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad (24 augustus)

…en dan word je plotseling doof geblazen

Schrijver Maarten ’t Hart beschrijft in Mozart en de anderen (2006) hoe hij in 1966 nietsvermoedend in een concert verzeild raakte, waar Poème de l’extase van de Russische componist Skrjabin werd gespeeld, een van de luidste klassieke muziekstukken ooit.

„Toen wij de zaal weer inliepen, hadden we natuurlijk gewaarschuwd moeten zijn. De acht hoornisten oefenden hun loopjes. De vijf trompettisten eveneens. En drie trombonisten bliezen hun instrumenten warm. Ook oefende iemand manhaftig op een tuba. (..) vanaf de zevende minuut werd het koper actiever. Toen kwam een moment dat ik nooit zal vergeten. Een wat oudere man, schuin voor mij, haalde oorbeschermers te voorschijn zoals bouwvakkers gebruiken die met drilboren werken. (..) De laatste zeven
minuten beproefde het orkest of het met een geluidsorgasme het dak eraf kon musiceren. Vooral de laatste minuten bleken een verbijsterende beproeving. Als popmuzikanten gingen de slagwerkers tekeer. De bolle wangen van de koperblazers vlamden. Bij de strijkers spoelde het zweet over vingers en instrumenten. (..) Voordat ik mijn handen
tegen mijn oren kon drukken, kwam een overdonderend slotakkoord dat mij totaal verdoofde.”

Bron: Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad (25 augustus)

Alle zeilen bij om gehoorproblemen op te lossen

Het Limburgs Symfonie Orkest is al jaren bezig de problemen met geluidsoverlast binnen het orkest te beperken. Enkele voorbeelden:

  • alle orkestleden zijn oordopjes aangemeten, die zij echter niet verplicht zijn te dragen. Verschillende musici zeggen niet te kunnen spelen door de handicaps (samenspel, onderlinge afstemming) die de dopjes ook opleveren;
  • men kan gebruik maken van koptelefoontjes, waardoor het geluid valt te ‘regisseren’. Probleem is ook hier het samenspel in het orkest;
  • achter de muzieklessenaars zijn plexiglas plaatjes van 40 x 30 cm bevestigd die het geluid van de collega’s moet dempen. Vooral de plaatjes die vóór de trompetten, trombones, hoorns en tuba’s staan opgesteld, moeten de nodige decibellen opvangen;
  • de violen zitten gelijkvloers, de houtblazers één trede hoger, de achterin geplaatste blazers en slagwerkers liefst drie treden hoger (1.80 m). Daardoor kunnen de koperblazers als het ware zo veel mogelijk ‘over de hoofden van de collega’s weg’ spelen.

Bron: Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad (25 augustus)


Reacties

Er zijn nog geen reacties Reageer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Doof.nl maakt gebruik van cookies.

Doof.nl gebruikt vier soorten cookies.

Lees meer

Deze cookies zorgen ervoor dat de website goed werkt.

Lees meer

Op onze website staan YouTube-filmpjes. Wanneer je deze wilt afspelen, dan moet je de cookies accepteren. YouTube slaat dan cookies op op jouw computer.